dinsdag 21 oktober 2014

Tederheid

Hij kleedt haar uit en laat haar groene overjas uitgewaaierd op de grond liggen. Ze laat hem begaan, maar je merkt dat zij hem liever zelf uitdeed. Hij, die dit doet, is mijn lief. Hij behandelt haar met zorgvuldigheid. Hij móet haar in haar waarde laten. Ook ík wil dat graag. Met zijn zachte handen doet hij ‘the easy touch’. Als een door mannenhanden voor het eerst ontbloot jong meisje, toont ze zich schuchter, een soort van verlegen. Mijn lief doet dit jarenlang. Dit jaar viert ze haar éénentwintigste lente. Soms doet hij het twee keer per jaar. Bloedmooi schittert ze dan. Ze laat het toe. Wíl het ook. Eigenlijk moet het ook. Voor beiden zit er zeker een ‘moeten’ in. Ze moet zich door hem laten nemen, is geheel afhankelijk van zijn luimen. Het is niet zo, dat ik het haar niet gun. Maar ik blijf gemengde gevoelens houden, omdat het me elke keer pijn doet. Want dingen gaan stuk. Iedere keer een beetje meer wordt er iets ván, en iets in mij vertrapt. Toch zal ik hem gewoon z'n gang laten gaan, omdat ik weet hoe hij er van geniet. Na elke beurt ziet ze er mooier, sterker, fitter en zelfverzekerder uit. Hij doet er lang over, want hij is een secure man. Nadat hij klaar is met haar, strelen zijn handen haar in een laatste liefkozing. Ze laat hem, ook al weet ik dat ze vindt dat het nu genoeg is. Dat hij minstens tot volgend jaar wachten moet, voordat ze zich weer zo gewillig aan hem geeft. Het is gek, maar erná komt mijn lief altijd weer bij mij terug. Dan kook ik een maaltijd die hij alsof hij uitgehongerd is met smaak verorbert. Dit is ons ritueel. Moe en rozig staart hij daarna wazig voor zich uit. Zijn blik op mij gericht, smekend bijna. Want hij móet nog even bij haar langs. Trots stapt hij op haar af, loopt door de tuin en bekijkt de meterslange leylandihaag die hij vandaag met de elektrische heggenschaar heeft geschoren. Die hij ontdeed van haar te dikke, ruige groene jas. Liefdevol strelen zijn vermoeid verkrampte handen de gladde haag. De tijdens het snoeien kapot getrapte planten zijn als stille getuigen. Hij is blij dat de klus weer geklaard is.