dinsdag 9 oktober 2018

Uren praten en dan op hetzelfde punt blijven hangen?

Wil jij met zevenmijlslaarzen jezelf ontwikkelen?

Maar lukt dat om de een of andere reden niet? 
En zit er iets vóór? Iets vaags, iets bekends. En wil je daar eens naar kijken? 
Als je er al een tijdje over nadenkt, en het suddert binnenin je al langer, 
om regressietherapie te gaan doen. Dan heb ik een vraag: 
"Wat houd je tegen?" Want..... 


Uren praten en dan weer thuiskomen met een vol hoofd, om te concluderen dat er niets veranderd is.

Met regressie kom je al voelend bij de oorsprong van je probleem.
Je ontdekt dat dat eenvoudig is.
Eenvoudiger dan je ooit hebt gedacht.
Het is directer en soms even pijnlijk.
Maar dat is ook een mega opluchting als iets
dat je al heel lang vermeden hebt, niet meer aan de orde is.

dinsdag 2 oktober 2018

Review Testimonial Tevreden cliënt.

Tevreden cliënt, na een paar sessies.

Blijf jij het nou eng vinden die regressietherapie? Waag er dan een telefoontje aan. En als ik niet opneem, dan ben ik aan het werk met die andere cliënt, die ook een grote verandering in haar/zijn leven wil.  Dan bel ik je terug.



woensdag 26 september 2018

De tas of je leven?


Mensen vertellen me hun verhaal. 

Vertélden. Op mijn 25ste begon het al. Op feestjes in de bus, trein. Bij Transavia kwam de stewardess of captain aan mijn balie hangen. Meestal kwamen daar de vreselijkste verhalen uit. Ja daar ook. Dan stond ze op en zei, dankjewel voor de peptalk. Ik dacht toen, dáár ga ik later mijn geld mee verdienen. En deed cursussen zoals intuitieve ontwikkeling. Aurareading en meer van dan soort dingen.

Op mijn 45ste overleed mijn broer. 

Hartstilstand. Mijn ouders trokken dat niet,
en gingen hem achterna. In drie maanden drie uit het gezin te moeten missen. Dat is zwaar.
Omdat ik dé specifieke vraag had. Wáár ga je naartoe als je dood bent kwam ik in de regressie en reïncarnatietherapie terecht. Ik ben goed in mijn vak.

Veel cliënten knappen ontzettend op.
De meesten. Voor sommigen is het té.
Die stoppen dan, maar de sessies werken door, heel lang.
Soms jaren. Wil je er meer van weten.
Download alvast mijn gratis visualisatie/meditatie en
voel even wat er gebeurt, en óf het iets voor jou is.

‘’De innerlijke reisnaar je persoonlijke tuin’’. 

En misschien zien we elkaar dan?
Regressiecoach zijn is een serieuze zaak
en tóch wordt er veel gelachen bij mij.
En gehuild ook. Kom jij ook?


Die mooie dure Gucci tas is straks uit de mode. 
Maar met jezelf moet je nog je hele leven doen!

maandag 24 september 2018

Relaties en Verdriet https://www.lauradaggers.nl





Relaties veroorzaken geen pijn en verdriet. Ze
brengen de innerlijke pijn en het onverwerkte
verdriet naar boven dat nog verwerkt moet worden.


https://www.lauradaggers.nl



 Eckhart Tolle 

zondag 2 september 2018

Ik word even Heel Persoonlijk


Opruimen, daar heb ik een ‘’broertje’’ aan dood.
Vandaag ruimde ik de opbergkast op. Jarenlang maakte ik kleding voor mezelf en de kinderen. Ik bekleedde wiegjes, naaide mijn trouwpak. En later de gordijnen. Restjes stof in allerlei kleuren, diktes en maten gingen door mijn handen vandaag. Voor mijn creatieve kleinkind bewaarde ik de mooiste stofjes uit de doos met lapjes. Die met glimmertjes erin waar ik tijdens de feestdagen, de wrotjes (eigen bedacht woord?) voor in mijn paardenstaart van maakte. Goud en zilverkleurig op zwart. Dat naaide ik op een kale haarspeld, zodat die feestelijk werd.


Ik zag spullen van twintig jaar terug. Een schrift van 1997. Het was teveel toen. Drie mensen in drie maanden aan de dood verliezen. Drie overlijdenskaarten en de condoleanceboeken van mijn ouders. De pen van de begrafenisondernemer, die het –gelukkig- niet meer deed, kon ook weg.

Op de rouwkaart van mijn vader - Wim de Koning- stond bovenaan: “Zie uw Koning’’. Mijn vader was een godsvruchtig man, die als ouderling van de Nederlands Hervormde Kerk, mensen in nood bezocht. Met zijn prachtige bariton stem zong hij tot aan zijn dood in een koor. Op Koninginnedag grapte hij altijd, dat zijn nicht jarig was en dat hij nooit uitgenodigd werd.

We hadden in dat rampjaar zijn 80ste verjaardag gevierd. Uit zijn beverige handtekening in het condoleanceboek van mijn moeder, las ik zijn grote verdriet. Eerst zijn enige zoon, en een maand later zijn vrouw. Hij kon soms niet lopen van verdriet. Dan belde de verzorgster van het bejaardenhuis dat hij gevallen was. Bont en blauw was hij dan. De uitdrukking "Swept of his feet'' gold hier letterlijk.


Hetwas teveel. Hartstilstand. Hij overleed aan een gebroken hart. Ondraaglijk.
Voor mijn twee zussen en mij begon het rouwproces.
Ik vroeg me af waar je dan toch naartoe gaat als je dood bent!
Mijn dochter -21- reisde rond in Australië. Ik heb haar via de telefoon afscheid van oma laten nemen. Snoeren uitrollen en verlengen. Er waren nog geen mobiele telefoons. Toch gelukt. Zo’n kast opruimen is als lopen:
''Down the memory lane''.

Morgen ga ik de foto’s bekijken van de jaren erna.
Mijn leven bestaat uit ''ervoor'' en ''erna''. 

Copyright Laura Daggers 

woensdag 8 augustus 2018

40Plus Kortzichtig, dom en lelijk?



Alleen voor de 40-Plus-vrouw
Jij dacht dat je iemand wás! Dat je iemand bent!!
Gerespecteerd door je collega’s. Want je hebt goede resultaten in je werk. En merkt dat door salarisverhoging, complimentjes. Mooi huis, goeie cabrio. Ga zo maar door. Je hebt een gedegen opleiding achter de rug. IJverige student. Leergierig. Intelligent. Tenminste dat zeggen de mensen op je werk, je vrienden en vriendinnen. Je vader en moeder barsten van trots.


zondag 3 juni 2018

Muziek en Talent



Als klein kind dacht ik dat de muziekwereld uit kerkliederen bestond. De psalmen en gezangen die mijn moeder in de kerk zong, kwamen recht uit haar hart. Ik kreeg er kippenvel van. Met het hele gezin zaten we op het kerkkoor, dat door juffrouw Eldrink gedirigeerd werd. Zonder dat we ‘t beseften zongen we hele stukken uit de Mattheus-Passion. In die tijd kwam mijn vader vanuit de ouderlingenbank en de dominee van zijn kansel om zich bij het koor te voegen. Op de eerste rij balkon, zat onze dikke buurman Broere. Ook hij was een enthousiast zanger, echter niet in het koor. Hij was een beetje doof. Wanneer de dominee vertelde dat het tweede deel van de psalm ná de liturgie gezongen moest worden, galmde zijn stem solo door de doodstille kerk. Als kind was dit een van de hoogtepunten van de meestal saaie kerkdienst.

De kerkorgelmuziek vond ik het mooist aan het einde van de dienst, want dan klonk die vrolijker. De vingers van de organist maakten een dolle dans op de toetsen. De strakke staccatonoten maakten in mij een onbedwingbare blijheid los, die mijn voeten deden dansen, mijn armen bewegen en mijn hart lichter maakte. Of was het mijn blijdschap dat ik uit dat hoge strenge gebouw mocht, waarin zonde, schuld, spijt en berouw gepreekt werden?



Nadat we op een zekere zondag weer eens met het kerkkoor gezongen hadden, werd ik door mijn nieuwe vriendinnetje Jannie - de domineesdochter - gevraagd om met haar mee naar huis te gaan. We waren toen een jaar of zes. De lichtjes in haar ogen vertelden me dat er iets spannends te gebeuren stond. Ze woonde in het grote  witte huis, naast de Hervormde kerk. Ik volgde haar op het smalle pad tussen de kerk en de pastorie. Af en toe keek ze glunderend om. Ze leidde me naar een donker hoekje van de huiskamer. Op de grond stond een grammofoonspeler, iets nieuws in die tijd. Behendig zette ze de naald op het plaatje dat op de pick-up lag. ‘De ark van Noach’  vulde de kamer met geluid van wild stromende regen en een timmerde Noach die zijn ark voor de zondvloed klaar wilde hebben. Er klonken harde stemmen van mensen die hem bespotten vanwege zijn angst en haast. 

Het hele Bijbelverhaal schalde door de grote hoge kamer. Op onze knieën zaten we zo dicht mogelijk bij elkaar te genieten van het verhaal dat zomaar uit dat kastje kwam.
Toen het plaatje nog maar net afgelopen was, kwamen haar twee grote broers binnen. Later zou me duidelijk worden dat in dit gezin ieder op zijn beurt, muziek of andersoortig geluid mocht maken. Met grote stoere passen liepen ze schouder aan schouder op een oude piano af, die aan de andere kant van de kamer stond. Meestal belandden ze tegelijk op de pianokruk, ondertussen elkaar wegduwend. De kamer vulde zich met muziek in verschillende ritmes die me meesleurden. Ik sloot mijn ogen. Die dag wist ik nog niet dat dit boogiewoogiemuziek was. 

Om mijn overweldigende gevoelens te verbergen legde ik mijn handen in een kommetje over mijn mond en neus, terwijl ik mijn adem inhield. Pas toen de jongens weg waren durfde ik dichterbij de piano te komen. De stilte zinderde nog na en ik was mijn vriendinnetje helemaal vergeten.  Als een afgebeuld paard trilde het machtige muziekinstrument. Langzaamaan kwam mijn ademhaling weer op gang. Op ooghoogte zag ik een rij glanzende crèmekleurige toetsen met doffe zwarte er boven. Behoedzaam drukte ik mijn rechterwijsvinger op één ervan en luisterde naar het iele geluid. De wereld van muziek was vast niet weggelegd voor een arm meisje zoals ik. Jaren later, vlak voordat ik veertig werd, nam ik pianoles en ontdekte dat het handig is om over muzikaal talent te beschikken. En dat dit maar weinigen gegeven is!

Copyright Laura Daggers-de Koning 



donderdag 10 mei 2018

Maat vierenveertig, twintig kilo spek erbij

 #Kortverhaal                          "Aankomen"
Omdat ik een mager spichtig kind was, deed mijn moeder er alles aan om mij vet te mesten.
“Beetje meer spek”, was haar motto.
We woonden op het platteland en van de boer naast ons, kregen we elke dag een emmertje melk. Van de dikke laag room die zich erop vormde maakte ze boter. Ze besmeerde onze boterhammen er royaal mee. Ik deed mijn best er zoveel mogelijk van te eten, echt waar.
De avondmaaltijd was ook geen feest. Draderige bonen of de grof gesneden andijvie bleven halverwege mijn keel hangen. Mijn moeder hield van schoonmaken, niet van koken. En dat was te proeven. Omdat ik haar vieze rijstenpaptoetje niet lustte roerde ze – om mij tegemoet te komen – er een extra schepje suiker door. En nóg een. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik geen rijst meer lust. Zelfs geen rijstevlaai. Ach, mijn moeder, ze was een vrouw die het beste met haar kinderen voor had. Ze hield van ons.

Toen ik vijftien was had ik maatje vierendertig. 
Als een Twiggy – in die tijd dé mode - huppelde ik rond. Vanwege de kilometerslange fietstochten naar school in de altijd winderige polder was ik een pezig kind met gespierde benen en billen, plus een stel stevige fietskuiten.
Voor háár was ik een mager resultaat.
In die tijd flierefluitte ik met verschillende vriendjes. Er zat er altijd wel eentje bij die van fietskuiten of gespierde billen hield.

Op de Mulo droeg ik een houtbakkersblouse en een Roy-Rogers spijkerbroek met kontzakken die voor meer volume bij mijn achterste moesten zorgen.
En ook nog rode ribfluwelen schoenen. Dat was mode in die tijd.
Na mijn eindexamen – toen ik zestien was - kwam de maat zesendertig. De tijd was aangebroken dat ik de maatschappij inging. Ik kreeg een echte baan en een echte vriend. Mét baard en snor.
Maar soms is liefde zó raar! Terwijl mijn vriend ging schaatsen, kreeg ik de opdracht van zijn moeder - die coupeuse was - geertjes, naadjes en ritsen in een kledingstuk te naaien. En ik, ik genoot ervan. Maakte mijn eerste broekpak.

Op mijn zeventiende viel mijn oog op een andere jongeman. Tegelijk met mijn nieuwe verkering ontwaakte mijn belangstelling voor het winkelen. Mijn nieuwe verloofde ging met me mee de stad in.
“Énig”, riep de vrouw in een Albert Cuyp-winkel, toen ik in een mini-jurk de paskamer uitkwam. Geschrokken door zoveel enthousiasme vluchtte ik de winkel uit. Twee kramen verder kocht ik een lapje stof voor twee gulden vijftig en maakte thuis zo’n zelfde jurkje.
Zo ontdekten mijn nieuwe liefde en ik hoe we geld konden uitsparen. Ook voor hem naaide ik pantalons, jassen en overhemden.
En hij, hij kon maken wat zijn ogen zagen. Je weet wel, zo’n handige klusser. Zo zetten we samen de traditie van het ‘spekken’ voort. Hoewel het hier onze portemonnee betrof.
Jarenlang maakte ik creatieve kleding. Mensen vroegen me vaak in welke boetiek ik die mooie jas of jurk toch had gekocht. Tot op zekere dag dat het me niet meer stond! Of het me niet lekker meer zat. De naadjes puilden. De geertjes moesten worden uitgelegd. De ritsen stonden op knappen. Ik kwam erachter dat ik een maatje meer had. Maat twee en veertig. Ik werd er ongelukkig van.
Mijn moeder daarentegen genoot.
Toen kwam de overgang. Die leverde me nog een extra maat op.
Na veertig jaar is de wens van mijn moeder vervuld. Eindelijk.
Af en toe heb ik zelfs maat vierenveertig! Twintig kilo spek erbij. Steeds meer Laura.

Het woord “énig” heb ik de laatste jaren van geen enkele verkoopster meer gehoord. Meestal is ze blij als ik - zelfs zonder iets te kopen - vertrek. Zodat ze de stapel broeken die ik paste eindelijk kan opruimen.
Vooral dij en zij zitten in het spek bij mij. 
Uiteindelijk heeft moeder haar doel bereikt.
Fietstassen noemen de Fransen het extra spek op je dijen.
En de wetenschap vertelt dat ik bij voedselschaarste, ziekte en andersoortig rampen tegen een extra stootje kan.
Ik vind het maar een schrale troost.

Copyright Laura Daggers 

In de lift naar kamer 811

 #Kort Verhaal                       

We rijden met de bus in konvooi door de woestijn van Hurghada naar Cairo.
Onze chauffeur Ali verslikt zich in het dropje dat ik hem zojuist aanbood.
Met zijn ogen stijf dicht hapt hij naar lucht. De tranen lopen over zijn wangen. Hij is een goede chauffeur, want hij houdt de bus recht op het plaveisel. Snel haal ik bij de bar, midden in de bus een bekertje water voor hem. Egyptische Ali heeft ons gezelschap al meer dan 2500 kilometer met goed gevolg over de stoffige wegen van zijn thuisland gereden.

Rechts van ons ligt de Rode Zee. Mijn ogen blijven kijken, naar de utopische  kleurschakeringen  blauw, turkoois en groen. 

Na kilometerslange vergezichten over zandruggen en een fata morgana, zien we de Sahara-Inn voor ons opdoemen, waar we de maaltijd gebruiken. Pas laat in de middag komen we in Caïro aan en checken in bij hotel Les Trois Pyramides, waar we de eerste dag van onze reis ook gelogeerd hebben en waar ik mijn blauwe zomerschoenen op het blauwe tapijt heb laten staan! Voordat we naar huis gaan, zullen we hier nog twee dagen verblijven. 

Jan en ik krijgen kamer 811 toegewezen, waar de airco wel zoemt maar niet koelt. De badkamer is naar verhouding groot terwijl de kamer heel klein is. Toch staan er nog twee stoelen, een klein rond tafeltje plus een fikse kaptafel met daarboven een grote spiegel. En twee eenpersoonsbedden. Er blijft weinig bewegingsruimte over. Door de warmte, het vroege opstaan en het buitenlandse eten heeft Jan in Hurghada de vloek van de Farao opgelopen. Vermoeid en slapjes ploft hij op bed en hoopt op een goede nachtrust. Ik loop naar de receptie en vraag om een andere kamer.
“We are full” zegt de receptionist.
“Can  you please send somebody to repair the airco?”, vraag ik hem.
“Yes I will make a note”, zegt hij en begint iets op te schrijven.
Ook vraag ik hem naar mijn blauwe schoenen die ik hier liet staan.
 “You come back tomorrow”.

Wanneer ik na het diner de kamer binnen kom, zijn er twee mannen in blauwe overall bezig met de airco. Brutaal betasten hun ogen mijn blote armen en benen. Ze hebben een trap tegen de muur gezet. Eentje zit boven de deur in de aircoruimte ontspannen, met bungelende benen. Ze werken niet, ze praten en kijken. Ze stoten harde klanken uit. De man boven de deur steunt op één hand. In zijn andere hand heeft hij een schroevedraaier stevig omklemd. Daarmee priemt hij de lucht in om zijn betoog kracht bij te zetten. Jan ligt op bed en glimlacht flauwtjes.
“Gelukkig  wordt er nu iets aan gedaan”, zegt hij.

Als de mannen vertrokken zijn houdt de airco er na twee minuten weer mee op.
De temperatuur loopt op en ik schuif het raam open. Geluiden en geuren van de stad Cairo dringen onze kamer binnen.Het is buiten nog warmer dan binnen.
Snel sluit ik het raam. Gedurende de nacht bel ik nog drie keer naar de receptie, waar ze ontzettend vriendelijk blijven maar helemaal niets doen.


Jans’  ademhaling komt met horten en stoten. Zijn vuurrode blossen steken fel af tegen de witte lakens. Vroeg in de ochtend bel ik om een dokter. Als die klaar is met zijn onderzoek, grijpt hij de doos tissues van het tafeltje en begint zijn voorhoofd en zijn met zwart krullend haar bedekte armen af te vegen. “Hot in here”, zegt hij. Wij knikken gelaten en betalen hem. De liftboy zal de medicijnen voor ons halen, alleen is het nog te vroeg. De apotheek is tot elf uur gesloten.
Weer wordt er op de deur geklopt en onze gids Refaat vertelt dat wij vandaag zijn kamer mogen gebruiken. Zijn airco doet het goed en vannacht heeft hij zijn ouders bezocht, en zijn kamer niet gebruikt. Voor verontwaardiging zijn we te murw en te warm. Maar Jan zal nu eindelijk goed kunnen slapen. Terwijl ik de helft van onze spullen verhuis, slaapt Jan al in de koele kamer op de tweede. In de lift wissel ik een beleefd knikje uit met een Egyptenaar die me zomaar vertelt dat hij ook een christen is. 
“Aren’t you all Moslim?” vraag ik hem. “No, no, Christian”.
Beschaamd staar ik naar de vloer van de lift en bedenk dat hij wel een vrólijk christen is.

Ik besluit om, tussen de verhuizing door, nog een laatste keer naar mijn blauwe schoenen te vragen.
“Can you come back at one oclock? ” vraagt de receptionist beleefd.
Maar ineens herkent hij in mij de mevrouw van kamer 811 en biedt  mij een suite aan op de elfde verdieping.  Achterdochtig vanwege zijn gedrag van gisteren en na twee weken rondreis in Egypte, antwoord ik hem: “First I will have a look”.
Ten slotte hebben we nu de kamer van de gids op de tweede verdieping. Wanneer ik ga kijken zie ik dat het een echte suite met een zitkamer is. En dat de airco het zowaar doet. 

Opnieuw begin ik  aan een verhuizing en zeul onze spullen van de achtste naar de elfde en van de tweede  naar de elfde verdieping.
Een uurtje later is de klus geklaard en gun ik mezelf een moment om iets te drinken. Ik kijk naar Jan. Zijn zon-doorstoofde rode hoofd steekt flink af tegen het witte kussen. Ik kijk naar de mooie kledingkast. De spiegels zijn met glimmend gouden lijsten afgezet. Prachtig. Verrukt open ik de deuren. 

Wat een ruimte en wat jammer dat we onze koffer al moeten pakken vandaag. Ineens denk ik aan mijn blauwe pak, dat ik speciaal voor de heen- en terugreis meegenomen heb. Mét mijn blauwe schoenen, die nog steeds niet zijn opgedoken. De schrik slaat me om het hart. Dit blauwe pak moet nog in kamer 811 hangen. Tijdens het verhuizen, een kwartiertje geleden zag ik de schoonmaakploeg en de dames van de linnenkamer al richting kamer 811 oprukken. Zo snel als mijn benen mij dragen willen, ga ik naar de achtste en haal nét op tijd mijn blauwe pak uit de kast.

Als we  rond middernacht met het reisgezelschap in de lounge van de hal op Ali wachten, die ons naar de luchthaven zal brengen, heb ik mijn blauwe pak aan. Daaronder draag ik zandkleurige sandalen. Mijn mooie blauwe schoenen sieren nu hoogstwaarschijnlijk de voeten van een Egyptische schone.

Jan is door de sterke medicijnen redelijk reiswaardig.

Copyright Laura Daggers 


zondag 29 april 2018

De zeilmaker was eenvoudig, rustig en vriendelijk


Van een schip dat eerst als vrachtschip gebruikt was, werd een viermaster gemaakt, waarmee over de grote oceaan werd gezeild.
De zeilmaker was een gemoedelijke man die met iedereen goed overweg kon. De anderen op het schip kaartten, dronken, maakten ruzie, raakten slaags. Of vergokten hun verdiensten.  De zeilmaker was eenvoudig, rustig en vriendelijk. In de avond zat hij op zijn vaste plek buiten op het dek en keek over de oceaan. Hij rookte zijn pijpje en zei weinig.
Soms ging er een vechtersbaas naast hem zitten en stelde hem vragen. Over hoe het toch kwam dat hij zo tevreden was? Dat hij niet meedeed met kaarten en drinken? Waar dat aan lag.

De zeilmaker zei dat hij van het schip hield. Dat hij zelf had meegeholpen met het verbouwen van vracht- naar zeilschip.
Dat je veel moest weten over de knopen, de platte knoop, de mastworp en de paalsteek of de schootsteek. Dat ze allemaal even belangrijk waren.
Dat het scheelde hoe je de zeilen behandelde. Dat je dat met zorg moest doen. Dat het ene zeil goed drogen moest, omdat het heel nat was. En dat de plek waar je het hing ook belangrijk was. 

Dat je met de warmte van je handen de kreukels eruit kon strijken. En dat je het zeil met liefde moest behandelen. Omdat het zeil ingespannen op het schip je daar bracht waar je wilde komen.  Hij vertelde dit alles heel rustig.
Zijn laatste zin:  “Overtuig nooit”.

(Ik heb met een open-dag  counseling-coaching, hypnoseworkshop, bij integratieve psychotherapie, werken vanuit vertouwen, door Psychiater Dr. v.d. Esch meegelopen. Een metaforisch verhaal werkt lang door in de lagen van je psyche).  





zaterdag 17 februari 2018

Je angst onder controle waardoor Inzicht Ontstaat




‘’Angst en inzicht staan elkaar in de weg’’.

Pas als de angst  onder controle is ontstaat er ruimte voor het nadenken over de mogelijke oorzaken’’. Met mijn regressietherapie werk ik met oorzaken.  

Dus duurt een sessie meestal wel twee uur, soms langer.Die óórzaak die haal ik eruit!! Die bekijken we en  analyseren hem, en dan verdwijnt die angst en paniek, omdat jij Inzicht hebt!!Nog even voortbordurend op die Angst.Stel je eens voor dat wij samen in die angst werken en  dat die dan verdwijnt.

Gewoon WEG – ja lees de reviews maar-!


Als die angst weg is, hoeveel tijd hou jij dan over, voor
dingen die je heel graag wil doen?
Omdat je zonder die angst bent, kán dat. Dan kun jij je
passie Leven!! Hoe gaaf is dat??
Dus nogmaals, als je zonder die angst bent, in het NU?
Sluit je ogen even, wát is je droom? Hoe ziet jouw
toekomst er over vijf of tien jaar uit?
Krijg een beeld!!
Offeh wil je liever in die ángst blijven? 
Waar kies jij voor? Angst of Toekomst! 

Met dank aan de
Dwarse psychiater Bram BAKKER en tijdschrift JAN 2007
 Regressie en reïncarnatietherapeut Laura Daggers





In z'n Achteruit je Toekomst tegemoet.
Betere Toekomst door Verwerkt Verleden.

https://twitter.com/Regressiecoach
https://www.facebook.com/RegressietherapieHoofddorp
/https://www.linkedin.com/in/lauradaggersregressiecoach/https://www.lauradaggers.nl












zondag 28 januari 2018

#destructiefpatroon  #gewoonte #Niet-eigen-energie #Keuze #rigoureus #negativiteit #regressieheelt #reincarnatietherapie #karma #VerwerktVerleden #BetereToekomst 

Een patroon waaraan vastgehouden wordt, ook al is het destructief, voelt veilig, bekend én zoals het leven hoort te zijn. Het is iets van vroeger wat goed voelt, maar in het nú hoort het niet thuis.Tóch – en ik ben ervaringsdeskundige – kan het leeg verdrietig en doelloos voelen, als je die stap van verandering genomen hebt.

Die stap om beter voor jezelf te zorgen, jezelf op de eerste plaats te stellen. Iets wat uitgelegd wordt – vooral door vrouwen – als egoïsme. Dit woord egoïsme heeft voor velen een nare klank. Maar het is wel zo, dat wanneer je jezelf op de eerste plaats zet, je beter voor jezelf kunt zorgen.

Zoals in het vliegtuig wanneer in een kritieke situatie de zuurstofmaskers naar beneden komen, de moeder er eerst eentje zelf op moet doen, voordat ze haar kind kan helpen. Dat is een goed egoïsme. Een slecht egoïsme is bijvoorbeeld een ”hebbert”.

Vaak vraag ik me af, waarom blijft zo een vrouw bij die destructieve man? Ik had eens een cliënt die ontdekte dat na twee sessies haar probleem verdwenen was. Ze wilde nog doorgaan met de sessies, om zichzelf te ontwikkelen, zo zei ze. Ze was altijd bezig voor man en kinderen, huis en tuin, ja waste zelfs zijn auto. Haar man respecteerde haar niet, ging ver over haar grenzen heen. Als ze niet deed wat hij wilde, dan mishandelde hij haar. Fysiek was hij sterker, mentaal was hij haar ook de baas.

Regressie is als een rommelige kast, die je liever niet op wilt ruimen. Waar allerlei spullen/narigheid in zit die je allang niet meer nodig hebt. Daar waar de energie van een ander zit, kan jouw energie niet zitten. Je kunt niets met de energie van die ander. Maar je eigen energie is er wel uit gemanoeuvreerd. Vanaf de geboorte krijgt elk mens zijn eigen authenticiteit mee. Jezelf mogen zijn, eigenlijk zou ik willen zeggen, jezelf móeten zijn met een gezond egoïsme. Dán houdt je dit leven het langst vol.

Niet-eigen-energie is de negativiteit van anderen. Waarschuwende stemmen van ouders, tantes, ooms, leerkrachten én vrienden, waar je mee opgescheept zit. Soms draag je ook goedbedoelde niet-eigen-energie met je mee.

Langzaamaan kwam haar probleem terug. Omdat ze leeft in de waarheid van vroeger. Haar zelfrespect is weer verdwenen, ze weet waar het aan ligt, maar kan niet verder zonder dit ”veilige” gevoel van vroeger, wat haar man haar nu geeft. 
Het is een keuze. Ze leeft in de waarheid van toen. En in die tijd was zij hulpeloos.

En nu even over jou! Zet jij die waarheid van toen en die van nú eens naast elkaar! Toen had je geen keuze, maar nu? Verleden en heden mengen niet. Stel jij jezelf de vraag eens of jij voor jezelf wilt kiezen?
Copyright Laura Daggers-de Koning