maandag 17 oktober 2016

Had jij ook van die boeiende ouders?



We worden opgevoed door onze ouders.

Soms zijn ze zelf nog jong en kinderlijk.

Waardoor de ouder kind relatie scheef groeit

Met regressietherapie los je de problemen tussen jou en je ouders op.

Ja óók als ze al overleden zijn. 



http://www.lauradaggers.nl/boeiende-ouders/


zondag 9 oktober 2016

Betere Toekomst Door Verwerkt Verleden





Betere Toekomst Door Verwerkt Verleden.Regressietherapie is helend.Ken je dat gevoel dat je een vriendin moet missen?Afzeggen eigenlijk. En hoe vreselijk je je daarna voelt?

http://www.lauradaggers.nl

vrijdag 26 augustus 2016

Angst om te presenteren?




Angst om te presenteren? 
Weten wat de oorzaak is?
Samen met jou zoek ik het uit. 
Zonder oordeel en zonder jou te beïnvloeden.


Bekijk HIER mijn filmpje dat ik speciaal voor jou maakte :) 

maandag 15 augustus 2016

Onbewoonbaar verklaard #Kortverhaal

#Kortverhaal Onbewoonbaar verklaard

Het is een warme dag vol zonneschijn en ik fiets vanuit het naburige dorp Nieuw-Vennep naar huis. Vlak na het bord ‘bebouwde kom’ zie ik het met graffiti bespoten landarbeidershuisje, waar ik als kind tijdens mijn lagere schooljaren gewoond heb. In deze polder zijn er veel van dit soort huisjes, twee onder een kap, gebouwd voor de gastarbeiders. Wij kwamen uit Noord-Brabant.

De weg is afgesloten voor het verkeer. Een zware teerlucht zindert boven de zojuist geasfalteerde weg. De wegwerkers zijn al naar huis. Het is een uur of vier. Eigenlijk moet ik het fietspad naar rechts nemen, maar als ik een kleine bocht naar links neem kom ik bij dit huis met herinneringen. De verleiding is té groot. Dus ik rijd de dam op en zet mijn fiets een aantal meters van het huis op de standaard. Tussen de tegels van het straatje, waar eens mijn vaders moestuin was, groeit het onkruid tot borsthoogte. Warm en bezweet loop ik er doorheen naar de achterdeur. Aarzelend blijf ik een paar meter van de opening af stilstaan. Een hommel zoemt om mijn hoofd. Het hoge geluid van muggen vult de lucht. Het huis ziet eruit alsof het gekraakt is. De deur die op een kier staat, piept als ik hem verder openduw. Een leeg melkpak en enkele ingedeukte bierblikjes liggen over de vloer verspreid. Het aanrechtblad van het keukenblok zweeft ergens halverwege in de lucht. Het uiteinde zit met een paar gigaschroeven nauwelijks nog in de muur vast. Ik knijp mijn neus dicht vanwege stinkend verfrommeld toiletpapier. Iemand heeft in ons huis zitten poepen. De vloer is half bedekt met een stuk donkerrood vinyl, dat aan de randen omgekruld is. Het is zo luguber en vies dat ik besluit om niet naar binnen te gaan. Ik voel een steek in mijn hart. Hoe zou mijn moeder, wiens lust en leven het was om schoon te maken, hierop gereageerd hebben? Geen huis zo schoon als het onze.
Links ontdek ik een gapende ruimte waar eens de open houten trap was. Vroeger stond er vaak een kistje met roodgroen sappige appels. Als we niet konden slapen, omdat moeders ‘breiclub’ zo luidruchtig aan het breien, of aan het kletsen was, pikten we een appeltje uit de kist die achter de open trap stond. Op de traptree achter de deur luisterden we met oren rood van de slaap naar de nieuwste roddels.

zondag 29 mei 2016

De neurotische rol is die van slachtoffer

Uitspraken van Hans ten Dam uit Catharsis, Integratie en Transformatie

De meest voorkomende
neurotische rol is die van slachtoffer, omdat we nu eenmaal als kinderen ter wereld komen en dus kiezen zwakker en onwetender zijn dan de mensen die de dienst uitmaken. Je slachtoffer voelen is een reactie op een gevoel van minderwaardigheid, een gevoel van achtergesteld zijn, gewoonlijk gecompenseerd door “Assepoester-fantasieën” (Adler)
Dit is een ideale basis om ons vorige levens voor te stellen waarin we een schone prinses of een nobele ridder waren, en waarin we ook al zo leden en miskend werden.

We willen dan de regressie sturen en stiekem renoveren en de therapeut gebruiken om onze huidige miskenning recht te zetten.

Quote Laura Daggers: "Een goede therapeut laat zich hierdoor niet om de tuin leiden".

woensdag 11 mei 2016

Ik deed mijn best er zoveel mogelijk van te eten





Omdat ik een mager spichtig kind was, deed mijn moeder er alles aan om mij vet te mesten. “Beetje meer spek”, was haar motto. We woonden op het platteland en van de boer naast ons, kregen we elke dag een emmertje melk. Van de dikke laag room die zich erop vormde maakte ze boter. Ze besmeerde onze boterhammen er royaal mee.
Ik deed mijn best er zoveel mogelijk van te eten, echt waar.
De avondmaaltijd was ook geen feest. Draderige bonen en de grof gesneden andijvie bleven halverwege mijn keel hangen. Mijn moeder hield van schoonmaken, niet van koken. En dat was te proeven. Omdat ik haar vieze rijstenpaptoetje niet lustte roerde ze – om mij tegemoet te komen – er een extra schepje suiker door. En nóg een. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik geen rijst meer lust. Ach, mijn moeder, ze was een vrouw die het beste met haar kinderen voor had. Ze hield van ons.

Toen ik vijftien was had ik nog steeds maatje vierendertig.
Als een Twiggy – in die tijd dé mode - huppelde ik rond. Vanwege de kilometerslange fietstochten naar school in de altijd winderige polder was ik een pezig kind met gespierde benen en billen, plus een stel stevige fietskuiten.
Ik was voor háár was een mager resultaat.
In die tijd flierefluitte ik met verschillende vriendjes. Er zat er altijd wel eentje bij die van fietskuiten of gespierde billen hield.

Op de Mulo droeg ik een houthakkersblouse en een Roy-Rogers spijkerbroek met  kontzakken die voor meer volume bij mijn achterste moesten zorgen.
En ook nog rode ribfluwelen schoenen. Dat was mode in die tijd.
Na mijn eindexamen – toen ik zestien was - kwam de maat zesendertig. De tijd was aangebroken dat ik de maatschappij inging. Ik kreeg een echte baan en een echte vriend. Mét baard en snor.

Maar soms is liefde zó raar! Terwijl mijn vriend ging schaatsen, kreeg ik de opdracht van zijn moeder - die coupeuse was - geertjes, naadjes en ritsen in een kledingstuk te naaien. En ik, ik genoot ervan. Maakte mijn eerste broekpak.
Op mijn zeventiende viel mijn oog op een andere jongeman. Tegelijk met mijn nieuwe verkering ontwaakte mijn belangstelling voor het winkelen. Mijn nieuwe verloofde ging met me mee de stad in.

“Énig”, riep de vrouw in een Albert Cuyp-winkel, toen ik in een mini-jurk de paskamer uitkwam. Geschrokken door zoveel enthousiasme vluchtte ik de winkel uit. Twee kramen verder kocht ik een lapje stof voor twee gulden vijftig en maakte thuis zo’n zelfde jurkje.
Zo ontdekten mijn nieuwe liefde en ik hoe we geld konden uitsparen. Ook voor hem naaide ik pantalons, jassen en overhemden.
En hij, hij kon maken wat zijn ogen zagen. Je weet wel, zo’n handige klusser.
Zo zetten we samen de traditie van het ‘spekken’  voort. Hoewel het hier onze portemonnee betrof en niet het lijf.

Jarenlang maakte ik creatieve kleding.  Mensen vroegen me vaak in welke boetiek ik die mooie jas toch had gekocht.  Tot op zekere dag dat het me niet meer stond!  Of het niet lekker meer zat. De naadjes puilden. De geertjes moesten worden uitgelegd. De ritsen stonden op knappen. Ik kwam erachter dat ik een maatje meer had. Maat twee en veertig. Ik werd er  ongelukkig van.
Mijn moeder daarentegen genoot.
Toen kwam de overgang. Die leverde me een weer een extra maat op.
Na veertig jaar is de wens van mijn moeder vervuld. Eindelijk.
Af en toe heb ik zelfs maat vierenveertig! Twintig kilo spek erbij.
Steeds meer Laura.

Het woord “énig” heb ik de laatste jaren van geen enkele verkoopster meer gehoord. Meestal is ze blij als ik, zelfs zonder iets te kopen, vertrek. Zodat ze de stapel broeken die ik paste eindelijk kan opruimen.
Vooral dij en zij zitten in het spek bij mij.
Uiteindelijk heeft moeder haar doel bereikt.
Fietstassen noemen de Fransen het extra spek op je dijen.
En de wetenschap vertelt dat ik bij voedselschaarste, ziekte en andersoortig rampen tegen een extra stootje kan.
Ik vind het maar een schrale troost.


Copyright Laura Daggers-de Koning Regressie en Reïncarnatietherapeut Hoofddorp

woensdag 20 april 2016

Maar soms, heel soms komt er toch eentje.. . .



"Hoe kom je aan een depressie?  
 "Belangrijkere vraag is, ”hoe kom je er vanaf”. Een diepe depressie kan niet anders dan met medicijnen behandeld worden. Dus voor een depressie ga je éérst naar de huisarts, die je wanneer het niet overgaat doorstuurt. En het kán zijn dat je bij de psychiater belandt. Niet erg, het gaat een keer over. Maar sommige mensen slikken de antidepressiva al jaren en jaren. En dat slikken gaat maar door. Ze zijn eraan verslaafd.
En veranderen dan in een soort robotachtige wezens.
Bij mij in de buurt woont een man die vanaf zijn dertigste antidepressiva slikt – ongeveer een jaar gewerkt heeft – en nu rond de vijftig is.
 
Het zou mooi zijn geweest als de man in kwestie de moed had gehad om naar zijn angsten te kijken.
Want ín het trauma zitten alle vragen.
Samen met een therapeut of coach weliswaar. Datgene waar zijn angsten op gestoeld zijn, en om te graven naar het hoe en waarom.
 
Ook speelt de vraag ‘’hoe kom je aan een depressie?"
 We leven in een gevaarlijke wereld. Weinig is zeker en niets staat vast. Bij depressie is het toch je ‘’denkert ‘’ die je de vernieling indenkt.  Depressie. Bessie heeft een depressie. Bessie was de kip die opgegeten werd bij Jan Jans en de kinderen in de strip uit de Libelle. En er werd hard om gehuild.
De meeste mensen die een depressie krijgen zijn bovengemiddeld intelligent
‘’De denker’’ in jezelf heeft allerlei doemscenario’s bedacht en er is geen weg terug. De hele wereld vergaat en jij er bij. En het komt nooit meer goed. Je wilt niks, je voelt niks. Je slaapt veel je bent aan de medicijnen die je ervoor kreeg. Je hele leven ligt op zijn gat.
 
Depressieve mensen hebben meestal veel meegemaakt waar geen verwerkingsproces voor is geweest. En wat ze dus nog bij zich dragen. Wanneer je niet leert hoe om te gaan met verdriet, en eroverheen gestapt wordt. Kan het zijn dat je ‘’overtuigingen’’ krijgt die je gaat geloven en waarnaar je je leven inricht.
 
Als regressietherapeut krijg ik weinig depressieve mensen.  De manische ook niet trouwens, want die hebben het dik naar hun zin in hun manie.
Maar soms, heel soms komt er toch eentje. Doorverwezen door een tevreden ex-client of door de huisarts.
Dan mag ik weer iemand helpen om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen leven. En hem in plaats van levensangst levenslust te laten voelen.
Want écht waar, zo zijn we geboren, vol levenslust. Kijk maar eens naar een baby in een veilige omgeving hoe die zich ontwikkelt. Omrollen, leunen op de elleboogjes, kruipen. En als ze dat kruipen doorhebben met een supersnelheid. En als laatste proberen te staan, om dan uiteindelijk te gaan lopen. Iets wat we allemaal zo vanzelfsprekend vinden.
Eigenlijk is leven vanzelfsprekend. En levenslust ook!

LauraDaggers @Regressiecoach Hoofddorp Haarlemmermeer sinds 2010